🔄
top of page

Vanaf 2026 worden meerwaarden op aandelen in België belast.

  • ben760892
  • 3 nov
  • 4 minuten om te lezen

impôt sur les plus-values mobilières. taxation plus values
impôt sur les plus-values mobilières. taxation plus values


Vanaf 2026 voert België een nieuwe belasting in op vermogenswinsten uit effecten. Ontdek de gevolgen voor leidinggevenden, beleggers en kopers.

Invoering

Het Belgische fiscale landschap ondergaat binnenkort een ingrijpende transformatie met de invoering van een vermogenswinstbelasting op effecten, die naar verwachting op 1 januari 2026 van kracht wordt. Deze hervorming, momenteel een wetsvoorstel, beoogt de winst uit de verkoop van financiële activa, waaronder aandelen van bedrijven, strenger te reguleren. Dit vormt een aanzienlijke uitdaging voor ondernemers, investeerders en managers die betrokken zijn bij bedrijfsoverdrachten of -overnames.



1. Een nieuwe belasting op particuliere vermogenswinsten

Voor het eerst overweegt België om natuurlijke personen die in België wonen, systematisch te onderwerpen aan belastingheffing op meerwaarden gerealiseerd bij de verkoop van aandelen, obligaties of andere financiële instrumenten. Tot nu toe ontsnapten deze meerwaarden doorgaans aan belastingheffing wanneer ze werden beschouwd als onderdeel van het "normale beheer van het privévermogen". Dit onderscheid zou verdwijnen ten gunste van een systeem per inkomenscategorie, met tarieven die variëren naargelang de aard van de transactie.


2. Drie hoofdregimes, afhankelijk van de aard van de overdracht

De toekomstige wet onderscheidt verschillende scenario's:


  • Interne overdrachten (bijvoorbeeld wanneer een oprichter zijn aandelen verkoopt aan een bedrijf dat hij direct of indirect controleert) zouden zwaar belast worden met een tarief tot 33%. Deze bepaling is bedoeld om kunstmatige "cash-out"-regelingen binnen de groep te voorkomen.


  • Voor substantiële deelnemingen (minimaal 20% van het kapitaal van een onderneming) geldt een voorkeurstarief van circa 16,5%, met een gedeeltelijke vrijstelling op de eerste bedragen van de vermogenswinst.


  • Ten slotte zouden overige verkopen onderworpen worden aan een standaardtarief van ongeveer 10% en zouden deze de basis vormen voor de toekomstige vermogenswinstbelasting.


3. Aanschafwaarde: een kernpunt van de hervorming

De belastbare grondslag zou gebaseerd zijn op het verschil tussen de verkoopprijs en de aanschafwaarde.


Effecten die vóór 2026 zijn verworven, worden geherwaardeerd naar de marktwaarde per 31 december 2025. Hiervoor worden verschillende methoden gebruikt: een vergelijkbare transactieprijs tussen onafhankelijke partijen, een financiële formule gebaseerd op eigen vermogen en EBITDA, of een rapport van een onafhankelijke deskundige. Dit mechanisme kan aanzienlijke gevolgen hebben: beleggers met een waarde in 2025 die lager is dan hun oorspronkelijke aankoopprijs, lopen het risico dat hun toekomstige vermogenswinsten zwaarder worden belast.


Maar ... In sommige gevallen zal het mogelijk zijn om tot 2030 te kiezen voor de historische waarde.


4. Kapitaalbijdragen: een strategische belastinghefboom

Goed nieuws voor ondernemers: de inbreng van aandelen in een vennootschap (bijvoorbeeld een overnameholding) blijft buiten de belastingsfeer, mits de handeling plaatsvindt in de vorm van een inbreng in natura in plaats van een verkoop. Deze optie leidt niet tot directe belastingheffing, maar ook niet tot een fiscale herwaardering ('geen step-up').


Niet-gerealiseerde meerwaarden blijven daarom uitgesteld. In het kader van een overname of MBO maakt deze mogelijkheid de doorrol van oprichters of managers fiscaal haalbaar, mits er sprake is van een rigoureuze structurering.


5. Aandeleninkopen en verkapte uitkeringen

Een gevoelige kwestie zou het terugkopen van eigen aandelen door het bedrijf zelf worden:

  • Indien de inkoop van eigen aandelen wordt geanalyseerd als een winstuitkering, wordt deze behandeld als een dividend;

  • Anders wordt het behandeld als een belastbare vermogenswinst. Deze dualiteit vereist een gedetailleerde analyse van de kasstromen binnen familie- of private-equitygroepen.


6. Een beperkt maar reëel systeem van vrijstellingen

De tekst voorziet echter in een aantal uitzonderingen:

  • Tot 1 miljoen euro aan vermogenswinstbelastingvrijstelling voor substantiële deelnemingen (glijdend plafond over 4 jaar);

  • Een jaarlijkse vrijstelling van circa € 10.000 voor andere vermogenswinsten, cumulatief tot € 15.000 in bepaalde gevallen. Vermogenswinsten die al onder een ander stelsel worden belast (dividenden, beroepsinkomsten, pensioenen, enz.) vallen uiteraard buiten het toepassingsgebied van deze nieuwe belasting.


7. Stimuleringsplannen en ‘sweet equity’ onder de loep

De hervorming zal een directe impact hebben op de incentiveregelingen voor het management (MIP's). Kapitaalwinsten gegenereerd op management- of preferente aandelen ("sweet equity") zouden nu worden belast tegen het tarief dat geldt voor kapitaalwinsten op effecten (doorgaans 10%).


Deze regeling zorgt ervoor dat managementstructuren financieel zichtbaarder worden, waardoor de noodzaak van zorgvuldige juridische en financiële engineering nog groter wordt.


De herclassificatie als beroepsinkomen moet een uitzondering blijven, op voorwaarde dat de structureringsnormen die in de private equity gelden, worden nageleefd.


8. Aandelenopties: behoud van het bestaande systeem, maar met nieuwe interacties

Het aandelenoptiestelsel (wet van 26 maart 1999) zou ongewijzigd blijven, maar zou nu wel in wisselwerking staan met de nieuwe vermogenswinstbelasting. Opties die in natura worden uitgeoefend, zouden niet direct belastbaar zijn; alleen de vermogenswinst op de verkregen aandelen zou belastbaar zijn bij wederverkoop.


De zogenoemde ‘cashless’-transacties (eerst uitoefening, dan onmiddellijke verkoop tegen de marktprijs) zouden vrijgesteld blijven, wat de norm zou kunnen worden in aandelenoptieplannen die zijn gestructureerd rond een liquiditeitsgebeurtenis (bijvoorbeeld een exit of een beursgang).


9. Een nieuwe “20%-regel” om nauwlettend in de gaten te houden

Naast de hervorming van de vermogenswinstbelasting zou een apart voorstel een limiet invoeren op voordelen in natura (auto's, aandelenopties, enz.) tot 20% van de totale loonsom van een bedrijf. Boven deze drempel zou het bedrijf een specifieke belasting van 7,5% moeten betalen, die niet fiscaal aftrekbaar zou zijn. Een dergelijke maatregel zou de kosten van incentiveregelingen kunnen verhogen, met name bij bedrijven die aandelenopties toekennen.

10. Samenvattend: wat managers en beleggers moeten verwachten

Als deze hervorming wordt aangenomen, zal het Belgische belastingstelsel, dat tot nu toe gebaseerd was op de neutraliteit van private vermogenswinsten, volledig omvergeworpen worden. Belangrijkste conclusies:

  • Intra-groeps- of “cash-out”-transacties worden zwaar bestraft.

  • Het moment waarop de aandelen die vóór 2026 zijn verworven, worden verkocht, wordt cruciaal.

  • Roll-over via aandeleninbreng wordt de voorkeursregeling bij fusies en overnames.

  • Stimuleringsplannen moeten worden herzien om aantrekkelijkheid en naleving te verenigen.

Bij PurpleShares zien we in deze ontwikkeling de bevestiging van de noodzaak van intelligente fiscale ondersteuning en passende aandeelhoudersstructuren: zodat iedereen – verkopers, kopers, werknemers – kan deelnemen aan het kapitaal zonder dat ze te maken krijgen met confiscatoire belastingen.

 
 
bottom of page